Nee, dromen over fietsvakanties doet ze nog niet. Maar de afgelopen maanden stond het woord ‘fietsvakantie’ wel bijna op haar voorhoofd geschreven. Als extern kennismedewerker voor het Fietsplatform verwerkte Monica Wagenaar alle resultaten van het representatieve Fietsvakantieonderzoek 2021-2022 door bureau Kien. We legden haar enkele vragen voor.

Hoe is het onderzoek aangepakt?
“Het onderzoek is een vervolg op het Fietsvakantieonderzoek dat we vorig jaar hebben laten uitvoeren. De opzet is in hoofdlijnen hetzelfde, maar we zijn dit jaar verder de diepte ingegaan. Eerst is via het panel van Panelwizard van Kien Onderzoek een representatieve steekproef van Nederlanders (16+) benaderd. Aan hen is gevraagd of zij afgelopen jaar bepaalde fietsactiviteiten – zoals een fietstocht voor het plezier, een fietstrektocht of een fietsstandplaatsvakantie – hebben ondernomen. Degenen die één of meerdere keren op fietsvakantie in eigen land gingen, kregen hier vervolgvragen over. Goed wel om nog even uit te leggen dat we twee soorten fietsvakanties onderscheiden: fietstrektochten, waarbij men van overnachtingsadres naar overnachtingsadres fietst, en – een hele mond vol – fietsstandplaatsvakanties. Daarbij overnacht men op één plek en maakt vanaf daar meerdere fietstochten. Om in te kunnen zoomen op de gebruikers van de Langeafstand Fietsroutes, LF-routes, is een aanvullend verdiepend onderzoek uitgevoerd.” 

Wat is het grootste verschil met het onderzoek van vorig jaar?
“Er zijn eigenlijk twee grote verschillen. Het eerste verschil is het uitvoeren van het verdiepende LF-onderzoek dat ik net noemde. Vorig jaar bleek dat aanvullend onderzoek nodig was om écht iets te kunnen zeggen over de LF-gebruikers. Dat hebben we dus dit jaar laten uitvoeren. Het tweede verschil is de mate van detail. Tijdens het onderzoek van vorig jaar wisten we alleen hoeveel respondenten een fietsvakantie hadden ondernomen. Dit jaar hebben we ook naar het aantal fietsvakanties gevraagd. Vervolgens hebben we per fietsvakantie doorgevraagd naar het aantal overnachtingen en bij de trektochtfietsers ook naar het LF-gebruik per trektocht.”

Welke uitkomsten hebben je verrast? 
“Ik was verrast over het relatief grote aandeel trektochtfietsers dat afgelopen jaar een LF-route gebruikt heeft. Dat ligt nu op 53%. Uiteraard weet ik dat Fietsplatform samen met provincies en regio’s gewerkt heeft aan de doorontwikkeling van de LF-routes. Dit heeft zeker nieuwe geïnteresseerde fietsers opgeleverd. Uit onze metingen van de afgelopen twee jaren bleek dan ook dat aanzienlijk deel van de trektochtfietsers voor het eerst een trektocht in eigen land ondernam. Als onderzoeker denk ik dat het ook helpt dat we nu per trektocht hebben gevraagd naar het LF-gebruik. Vorig jaar vroegen we of ze tijdens één van hun trektochten een LF-route gebruikt hadden. Door het nu per trektocht te vragen voorkom je dat ze een trektocht ‘vergeten’.” 

“Wat me verder opviel was dat een relatief groot deel van de recreatieve fietsers zowel in fietstrektochten als in fietsstandplaatsvakanties geïnteresseerd is. Ik had vooraf het idee dat het twee verschillende groepen waren, dus dat je óf een trektochtfietser óf een standplaatsfietsvakantieganger was. Dat blijkt niet altijd zo te zijn.”

Hoe kijk je als onderzoeker naar de potentie van fietsvakanties in Nederland?
“Fietsvakanties in Nederland waren natuurlijk altijd al wel een ding. Fietsen is zolang ik me kan herinneren al een van de populairste vakantieactiviteiten. Uit het Fietsvakantieonderzoek blijkt ook de potentie: de interesse in zowel trektochten als fietsstandplaatsvakanties is enorm groot. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat al deze geïnteresseerde Nederlanders elk jaar een fietsvakantie in eigen land zullen ondernemen. Maar het laat wel zien dat ze er open voor staan. Het is een uitdaging om ervoor te zorgen dat deze Nederlanders – uit alle mogelijke bestemmingen en activiteiten – kiezen voor een fietsvakantie in eigen land. Het is belangrijk om bij de ontwikkeling van het aanbod vraaggericht te werken. Er worden relatief veel korte fietsvakanties ondernomen. Goed om hier bij de productontwikkeling op in te spelen.”

Meer lezen over het Fietsvakantieonderzoek? Klik voor het rapport Kerncijfers Fietsvakanties 2021-2022 en de bijbehorende factsheet.

Vergelijkbare berichten