Nederlanders legden in 2022 17,9 miljard kilometer af op de fiets; 13 procent meer dan in 2021. Het aantal e-bikekilometers steeg sinds 2021 met 29 procent. Deze cijfers komen uit het tweejaarlijkse Mobiliteitsbeeld, opgesteld door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Recreatief fietsen is geen specifiek onderdeel van het rapport. Wel bevat het cijfers over fietsen voor vrijetijdsbesteding, bijvoorbeeld voor familiebezoek.

Het KiM heeft in het Mobiliteitsbeeld 2023 mobiliteitscijfers van de afgelopen tien jaar geanalyseerd. Het instituut raamt ook de ontwikkelingen in de komende vijf jaar aan de hand van scenario’s. Ontwikkelingen in bereikbaarheid, verkeersveiligheid, effecten van mobiliteit op de leefomgeving en bestedingen aan mobiliteit komen aan bod. Hierbij maakt het KiM gebruik van verschillende bronnen. Cijfers rondom de fiets zijn samengevat in het onderdeel personenmobiliteit.

Kilometers

Het rapport vermeldt dat het aantal fietskilometers in 2022 met 17,9 miljard vrijwel gelijk is aan het niveau van 2019. Nederlanders legden in 2022 ongeveer 1050 km per persoon af op de fiets, waarvan ongeveer 400 km met de elektrische fiets. Voor de gewone fiets steeg de afstand met 4 procent sinds 2021 en voor de e-bike met 29 procent.

Ritten

Het totale aandeel fiets in het aantal ritten bleef met 27 procent gelijk ten opzichte van 2012, maar het aandeel e-bike groeide van 1 naar 7 procent en dat van de gewone fiets daalde van 26 naar 20. Dit aandeel verschilt naar sociaaleconomische achtergrond. Nederlanders fietsten in 2022 minder vaak dan in 2019, maar legden wel grotere afstanden af per rit. Een gemiddelde rit op een e-bike was 5,6 kilometer lang, tegen 3,2 kilometer op een gewone fiets.

Vrije tijd

Nederlandse fietsers leggen de meeste afstand af voor vrijetijdsbesteding. Denk aan het op de fiets naar de sportschool gaan of bezoeken van familie of vrienden. Deze afstand stijgt al sinds 2019, net als de afstand voor winkelen en overige doeleinden. Voor werk en onderwijs legden Nederlandse fietsers minder afstand af dan in 2019. Men gebruikt de e-bike relatief vaker voor winkelen, woon-werkverkeer en overige verplaatsingen en relatief minder vaak voor onderwijs. In het onderwijs is de toename van het e-bike aandeel wel het grootst: 2,5 keer zo hoog als in 2019.  

Het Mobiliteitsbeeld bevat geen harde cijfers over puur recreatieve fietstochten. Maar het geeft wel duidelijk een trend weer hoe het staat met de mobiliteit in Nederland. Samen met onze eigen representatieve onderzoeken naar recreatief fietsen biedt het een mooi totaalbeeld.

Eric Nijland, directeur Fietsplatform

Jongeren op e-bike

Nederlanders van 60 jaar en ouder leggen meer dan de helft van hun fietskilometers af op een e-bike. Maar de laatste jaren neemt het aandeel e-bike onder jongeren veel sneller toe dan bij ouderen. Onder 12-24 jarigen is het aantal e-bikers bijna verdrievoudigd sinds 2019, terwijl de toename onder 70-plussers 18 procent was.

Verwachting nabije toekomst

Kijkend naar 2023 verwacht het KiM dat het totaal aantal fietskilometers 7,5 procent hoger is dan in 2019 en in 2028 twintig procent hoger. De groei komt vooral door de elektrische fiets. De inschatting is dat in 2028 het aantal e-bikekilometers met 132 procent gegroeid zal zijn ten opzichte van 2019. Het gebruik van de gewone fiets daarentegen zal juist uit dalen, en wel met 15 procent. Het KiM verwacht dat door de opmars van de elektrische fiets het gebruik van de gewone fiets nooit meer boven het niveau van 2019 uitkomt.

De KiM publicatie staat op onze site bij Fietsen in cijfers, publicaties van derden. Of download hem via onderstaande knop.

Vergelijkbare berichten